Vorige week liep ik na een avond werken met een kratje vol met spullen naar mijn auto. Op het moment dat ik – enigszins onhandig – mijn sleutels pak, stort dat kratje in elkaar. Mijn zorgvuldig opgevouwen briefjes, pennen, plakband en de (inmiddels beroemde) sticky wall liggen op straat. De volgende dag stuur ik direct een mail naar de leverancier met de mededeling dat de kratjes niet de kwaliteit hebben, die je mag verwachten.
In diezelfde week kocht ik ook een nieuwe broek. De winkels zijn eindelijk open, dus het was weer eens tijd. Het is een rib uit je lijf zo’n broek, maar goed, je wil ook een beetje knap voor de dag komen. Ik had de broek nog geen vijf uur aan of de knoop lag er al af. Gelukkig had ik een riem om, want de werkdag duurde nog even. De dag erop ben ik natuurlijk teruggegaan naar de winkel met mijn dysfunctionele broek.
Inmiddels zijn de nieuwe kratjes binnen, wordt mijn broek zo spoedig mogelijk gerepareerd en heb ik samen met de verkopers stoom kunnen afblazen over de kwaliteit van sommige producten.
Bij Welzijn West Betuwe beginnen we binnenkort met een onderzoek naar de kwaliteit van ons werk. Het is een soort klanttevredenheidsonderzoek, maar dan met meer inhoud. We hebben een onderzoeksbureau in de arm genomen, een werkgroep samengesteld en een methodiek gekozen. Zo’n onderzoek opzetten is nog lang niet makkelijk, omdat het welzijnswerk ontzettend breed is met veel verschillende doelgroepen. Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen om inwoners te vragen naar hun ervaringen met Welzijn West Betuwe, ongeacht of deze nou positief of negatief zijn. Die ervaringen gebruiken we om ons werk beter te maken. Maar misschien is het belangrijkste onderdeel van kwaliteit wel, dat je je verhaal kwijt kan.